Historie van het orgel
In 1931 werd voor de eerste keer melding gemaakt van een orgelfonds. Tot die tijd was er geen orgel in de kerk, er werd gezongen onder aanvoering van een voorzanger. Het was de taak van de voorzanger om de toonhoogte aan te geven en te zorgen dat een psalm door iedereen tegelijk werd ingezet. In mei 1934 wordt een orgelcommissie benoemd. De orgelcommissie gaat voortvarend te werk, want al snel kan een orgel worden aangeschaft. Geen pijporgel, maar een fors Mannborg Harmonium.<br Voor dit harmonium werd 335,85 gulden betaald volgens deze nota.
Naast de kosten voor het orgel zelf, moest ook nog een galerij waar het orgel op geplaatst werd, worden betaald. De kosten voor de galerij zijn bijna helemaal voorgeschoten door Ds. Dam, de predikant van de gemeente.
De Orgelkoerier
In de loop der jaren groeit de gemeente en daarmee ook het verlangen naar een echt orgel, een pijporgel dus. Om daarvoor de financiën rond te krijgen werd een orgelblad uitgegeven “de Orgelkoerier”. Er wordt actie gevoerd onder het motto: U.S.G.S.Z.M. Deze afkorting stond voor: ” Uw Stomme Geld Straks Zingend Metaal”.
Stuwende kracht achter deze actie waren: Ds. Brienen, organist J.Kamies en M.Strockmeijer, de voorzitter van de orgelcommissie. Men begon met 6 gulden in kas. Er moest zeker 16.000 gulden op tafel komen voordat er tot aanschaf van een orgel worden overgegaan. Maar twee jaar later is er al 10882,- gulden bijeengebracht. In 1960 is het orgel het belangrijkste punt op de gemeente vergadering. De orgelcommissie heeft diverse orgelbouwers benaderd en offertes gekregen. De prijzen vallen niet mee, er moet tussen de 13.000 gulden en 17.000 gulden worden betaald voor een orgel. Een plaats op de galerij, waar het orgel eerst was gedacht, was niet mogelijk, de ruimte op de galerij was nodig voor zitplaatsen. Uiteindelijk werd besloten om het orgel een plaats naast de preekstoel te geven. Orgelbouwer fa. Fontein-Gaal uit Apeldoorn krijgt opdracht om een nieuw orgel te plaatsen voor het bedrag van 17.750,- gulden. Om een indruk te geven hoe groot dat bedrag was: In hetzelfde jaar dat het orgel in gebruik werd genomen is het huis naast de pastorie verkocht voor 13.000,- gulden. Het wordt een orgel met één klavier en een aangehangen pedaal. Het wordt in 1964 in gebruik genomen.
Het orgel naast de preekstoel in de kerk aan de Musselweg.
Overplaatsing naar de nieuwe kerk
In 1974 wordt begonnen met het bouwen van een nieuwe kerk. Vanwege die nieuwbouw moet het orgel mee verhuizen. Omdat het orgel bij de verhuizing toch uit elkaar moet wil de orgelcommissie die gelegenheid aangrijpen om het orgel flink uit te breiden. Daarbij wordt gedacht aan een tweede klavier. De kerkenraad en de gemeente schrikken terug voor de verwachte kosten van ongeveer 75.000 gulden. Het overplaatsen alleen zal ongeveer 10.000 gulden gaan kosten. Doordat de gemeente net een nieuwe kerk en een nieuwe pastorie heeft laten bouwen is de financiële situatie niet zo rooskleurig en daarom wordt besloten om voorlopig af te zien van een tweede klavier. Wel krijgt het pedaal een 16 voets register, de subbas 16″. Deze subbas wordt gemaakt met houten pijpen en die tegen de muur, achter het orgel zijn geplaatst, dus buiten de eigenlijke orgelkas. Het is het enige houten register van het orgel. Het overplaatsen van het orgel naar de nieuwe kerk en het uitbreiden van het (tot dan toe aangehangen) pedaal wordt uitgevoerd door “Hendriksen en Reitsema Orgelbouw” uit Nunspeet.
Het orgel op de galerij in de nieuwe kerk aan de Molenstraat. Het orgel voldoet goed in de nieuwe kerk, maar toch blijft de wens naar uitbreiding bestaan.
Uitbreiding van het orgel
Op de gemeentevergadering van 1981 wordt voor de zoveelste keer gesproken over uitbreiding van het orgel. Er is vanuit de gemeente weinig animo en daardoor komt er voorlopig geen uitbreiding. In de jaren die volgen komt de uitbreiding regelmatig ter sprake, maar daar blijft het dan ook bij. Tot de jaarlijkse gemeenteavond in maart 1985. Daar worden plannen voor uitbreiding van het orgel uitvoering besproken. De meesten juichen de plannen toe. Er is nu dus wel een groot draagvlak voor de plannen En de orgelcommissie heeft al ongeveer de helft van het benodigde bedrag in kas. Op de volgende gemeentevergadering kan een tekening van de uitbreiding worden bewonderd. Doordat er een levertijd bestaat van bijna 2 jaar duurt het nog wel even voordat de uitbreiding plaats kan vinden. Om de organist wat meer armslag te geven wordt bij de uitbreiding ook de galerij waarop het orgel staat vergroot. Tot nu toe steunde het orgel op één pilaar, er komen twee pilaren bij zodat de orgelgalerij nu op 3 pilaren steunt. De uitbreiding van het orgel bestaat uit het plaatsen van een rugwerk, daarvoor krijgt het orgel nu ook het tweede klavier. Door het tweede klavier zijn de klank rijkdom en speel mogelijkheden van het orgel enorm toegenomen.
De uitbreiding vordert, de kas van het rugwerk en de frontpijpen zijn al geplaatst. Hier staat nog maar één pilaar onder het bordes. Op 2 juli 1988 is dan het ogenblik gekomen waar zo lang naar is uitgekeken. Het uitgebreide orgel kan in gebruik genomen worden. Het is een bekroning van de vele inspanningen van de orgelcommissie.
Dispositie:
Hoofdwerk: Prestant 8′ Quintadena 8 Holfluit 8 Octaaf 4′ Roerfluit 4′ Octaaf 2′ Sesquialter 1-2 st Mixtuur 4 st |
Rugwerk: Gedekt 8′ Prestant 4′ Nazard 2 2/3 Woudfluit 2′ Dulciaan 8′ Tremulant |
Pedaal: Subbas 16′ |
Systeem: mechanische sleepladen.
Koppels: Klavierkoppel, Pedaal- Hoofdwerk, Pedaal- Rugwerk.
Het orgel is gebouwd in 1962 en in 1988 door de firma Hendriksen en Reitsema uit Nunspeet voorzien van een Rugwerk.
Het orgel heeft een uitermate dragende klank en is een gemeentezangorgel bij uitstek.Bijzonderheden: het bovenmanuaal is het hoofdmanuaal (het hoofdwerk)
Zo is het geworden.
De speeltafel
De gemeente voelt zich gezegend met zo’n mooi instrument, dat gebruik wordt voor het begeleiden van de samenzang in de erediensten, tot meerdere eer en glorie van God, die alle eer toekomt.
Daar is het orgel, volgens psalm 150 voor gemaakt: